De Britse ZEV-mandaat voor zero-emissie voertuigen krijgt vaak onterecht kritiek. Er bestaan misvattingen over de veronderstelling dat elk jaar een groter deel van de nieuw verkochte auto's elektrisch moet zijn, zoals 28% in 2025. Echter, deze percentages zijn niet verplicht.
Er wordt gedacht dat fabrikanten hoge boetes moeten betalen voor elke verbrandingsmotorauto boven het toegestane percentage, sommigen noemen bedragen tot £15.000. Dit is echter niet accuraat. De kern van de ZEV-mandaat is het 'vehicle emissions trading scheme' (VETS). Dit systeem stelt fabrikanten die minder ZEV's verkopen dan vereist, in staat credits te kopen van fabrikanten die beter presteren.
Fabrikanten kunnen evenwicht bereiken door credits te verhandelen:
- Kredieten Verhandelen: Verkoop je minder ZEV's, dan kun je credits kopen van anderen die er meer verkopen.
- Marktdynamiek: Een grote vraag naar verbrandingsmotoren kan de prijs van credits verhogen.
- Maximaal £15.000 Boete: Dit bedrag geldt alleen als een fabrikant zich volledig terugtrekt uit de handel.
- Momenteel Lage Prijs: De meeste fabrikanten hebben hun doel vorig jaar bereikt en kunnen credits gebruiken voor toekomstige jaren.
- Niet Gedwongen: Kopers worden niet gedwongen elektrische auto's te kopen; de markt vindt zelf een evenwicht.
- Andere Voertuigen: Brandstofcelauto's worden ook meegeteld als ZEV’s, hoewel ze zeldzaam zijn. Voor bestelwagens is er een vergelijkbaar programma, maar met lagere ZEV-percentages.
Het ZEV-mandaat en de VETS zijn complexe systemen die door velen verkeerd worden begrepen. De regelgeving is ontworpen op basis van het principe 'de vervuiler betaalt', waardoor de markt zichzelf in balans brengt zonder strenge dwang.