- Jaguar Land Rover (JLR): 25% van hun productie is bestemd voor de VS, maar ze hebben daar geen productievestigingen. De populaire Defender wordt geproduceerd in Slovenië.
- Lotus: Er worden weinig Chinese auto's naar de VS geëxporteerd, maar de Eletre en Emeya zijn hierop een uitzondering en worden in Wuhan gemaakt.
- Mini: De productie vindt vooral plaats in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, waardoor ze moeten concurreren met lokale Amerikaanse merken.
- Audi: Heeft geen productievestigingen voor voertuigen of motoren in de VS. Hun Q5 wordt in Mexico gebouwd.
- General Motors: Ondanks veel Amerikaanse fabrieken, worden geplande investeringen vertraagd door de taksen.
- Volkswagen: Ongeveer 66% van hun verkochte auto's in de VS is geïmporteerd, waaronder ook voertuigen uit Mexico.
- Rolls-Royce: Klanten in de VS zullen waarschijnlijk meer betalen vanwege de gebruikte Duitse motoren en componenten.
- Tesla: Produceert al zijn voertuigen in de VS, waardoor de impact van de heffing minimaal is.
- Rivian: Biedt ook voertuigen aan die volledig in de VS zijn geproduceerd.
- Ford: Heeft, anders dan GM, een sterke lokale productie in de VS.
- Nissan: Ervindt minder impact, maar kan onder druk komen door de concurrentie.
- McLaren: Levert luxewagens die in het VK worden vervaardigd; klanten zijn bereid extra te betalen voor het merk.
- Aston Martin: Volgt een vergelijkbare strategie als McLaren.
- Hyundai en Kia: Hebben hun productie stevig in de VS gevestigd en profiteren daarvan.
De 25% taks op niet-Amerikaanse voertuigen heeft een aanzienlijke impact op de structuur van het autobezit in de VS. Terwijl fabrikanten als Tesla en Ford voordeel halen uit hun lokale productie, worden bedrijven zoals JLR en Audi geconfronteerd met aanzienlijke uitdagingen door de extra kosten. Fabrikanten moeten hun strategieën heroverwegen te midden van deze onzekerheid.
